Je slikt iets in, daarmee ga ik akkoord. Maar als je je verslikt is het kompleet gek als je je op een keer in het bevindt waaraan je je hebt verslikt. Slaat nergens op, toch?
Beter zou zijn “je verslikken aan”, maar ja zo werkt taal niet. :)
Klopt. Ik denk dat ik het in de klaaggemeenschap had moeten zetten. Wou gewoon klagen. Ook het verschil tussen op en neer schrijven. Hoe dan?
Er is een klaaggemeenschap? Got link? Ik hou wel van een goeie klacht
Naja, ik kan zo al een aantal voorbeelden bedenken van uitdrukkingen waarin ook „in” voorkomt, maar waar dat duidelijk niet betekent dat iemand zich daarin bevindt: ergens in doen („die handelaar doet in koffie”), ergens in geloven, je ergens in vergissen.
Als je kijkt in het in het grootste woordenboek op aarde*, zie je dat het voorzetsel „in” veel meer betekenissen kan hebben dan alleen „ergens in bevinden” (zoals jij het beschrijft).
*geen idee of dat nog waar is, maar daar heb ik verder geen boodschap aan!
Ik weet zo één-twee-drie niet bij welke definitie in het WNT jouw uitdrukking hoort, maar algemeen geldt dat het voorzetsel „in” een bepaling inluidt. Dit moest ik zelf ook weer even opzoeken:
Een bepaling is het deel van een constructie dat een nadere specificatie of omschrijving uitdrukt van de kern van die constructie en aan die kern ondergeschikt is. Er zijn twee soorten bepalingen: bijvoeglijke en bijwoordelijke.
Dit wil dus gewoon zeggen dat een bepaling meer informatie geeft over een deel van de zin. Een bijvoeglijke bepaling geeft meer informatie over een zelfstandig naamwoord, zoals „een mooie jas” of „de jas die ik morgen ga dragen”. Een bijwoordelijke bepaling over de rest, zoals „een hele mooie jas” (versterkt het bijv. nw. „mooie”) of „lopen als een paard” (waarin „als een paard” meer informatie geeft over het „lopen”, namelijk dat dat eruitzag als dat van een paard).
In de zin „Ik verslik me in een appel” is „een appel” dan een bijwoordelijke bepaling bij het „verslikken”: „in” geeft hier aan dat erna meer informatie over het verslikken wordt gegeven, namelijk dat „een appel” daarvan de oorzaak was. Daarvoor hoef je je natuurlijk niet in die appel te bevinden.