Nederland moet zich de komende tien jaar aan strengere stikstofeisen houden dan nu nog gelden. Beschermde natuurgebieden hebben meer last van stikstof dan gedacht, blijkt uit onderzoek van de Wageningen Universiteit in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Aan de hand van dat onderzoek worden iedere tien jaar stikstofnormen vastgesteld.
Het gaat om de zogenoemde KDW, de Kritische Depositiewaarde. Dat is de maximale hoeveelheid stikstof die een natuurgebied aan kan zonder dat de natuur er verslechtert.
De NOS berichtte vorig jaar al over een uitgebreid internationaal onderzoek waaruit bleek dat de bestaande stikstofnormen niet streng genoeg zijn. Nederlandse wetenschappers hebben nu onderzocht wat de uitkomsten van dat internationale onderzoek betekenen voor de Nederlandse stikstofnormen.
Gemiddeld mag in natuurgebieden de komende jaren zo’n 7 procent minder stikstof neerkomen dan tot nu toe, met uitschieters tot 36 procent.
De NOS legde de nieuwe normen op de kaart van de stikstofgevoelige natuurgebieden in Nederland. Daaruit blijkt dat in bijna 47 procent van de gebieden de normen strenger worden. Een kleine 3 procent krijgt juist minder strenge normen. Voor de rest verandert niets.
De afgelopen jaren kwam er veel te veel stikstof neer in stikstofgevoelige natuurgebieden, waardoor de natuur achteruitgaat.
Doordat ons land niet binnen de wetenschappelijk vastgestelde stikstofgrenzen blijft, mag er ook vaak niet gebouwd worden. Om weer ruimte te krijgen voor nieuwe bouwvergunningen en de natuur te herstellen, hoopt de de overheid de komende jaren duizenden boeren te laten stoppen met hun bedrijf in ruil voor een financiële vergoeding.
Het demissionaire kabinet wil dat in 2030 in 74 procent van de stikstofgevoelige natuurgebieden niet langer te veel stikstof neerkomt. Nu de stikstofnormen strenger worden, wordt het moeilijker om dat te halen.
Reactie minister Van der Wal
Minister Van der Wal (Natuur en Stikstof) noemt de nieuwe cijfers “zorgwekkend voor de natuur en voor iedereen die zo hard werkt aan onze gezamenlijke opgaven om de natuur te herstellen”. “Door de nieuwe wetenschappelijke inzichten is onze opgave helaas groter geworden.”
Ook is het volgens de minister “vervelend nieuws voor iedereen die behoefte heeft aan vergunningsruimte”. Van der Wal laat het RIVM onderzoeken of er naast het huidige beleid meer nodig is. Verder wil ze meer onderzoek naar een alternatief voor de KDW voor het bepalen van de stikstofnormen.
Er is al geruime tijd kritiek op de KDW, de stikstofnorm die wordt gehanteerd. Veel politieke partijen willen van de grenswaarde af, omdat die niet flexibel is. Ook het kabinet zoekt een alternatief, maar tot nu toe is dat niet gevonden. Zolang het er niet is, blijven rechters de KDW gebruiken als ze bijvoorbeeld moeten oordelen of een bouwproject door kan gaan.
De wetenschappers van de Universiteit van Wageningen keren zich in hun rapport tegen de kritiek op de KDW. “Met nadruk zij gesteld dat de in dit rapport uitgevoerde KDW-schattingen aan de conservatieve kant zijn,” schrijven ze. Als dit onderzoek over tien jaar weer wordt uitgevoerd, zou dat volgens een andere, strengere methode moeten gebeuren, vinden de betrokken wetenschappers.
Hoe wordt de KDW bepaald?
Wetenschappers berekenden in 2008 aan de hand van een model wat de maximale stikstofneerslag in verschillende types natuur zou moeten zijn. De getallen die daaruit kwamen, werden naast Europese normen gelegd. Die Europese normen zijn altijd een bandbreedte, gebaseerd op waarnemingen in de natuur van wetenschappers.
Stel dat die Europese bandbreedte 13 tot 15 is, terwijl het model uitkwam op 20, dan wordt de Nederlandse grenswaarde automatisch 15. Binnen de Europese grens dus, maar zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke Nederlandse getal.
Niet het oorspronkelijke Nederlandse getal, maar de Europese bandbreedte is nu aangepast. Daardoor veranderen dus ook een groot aantal Nederlandse grenswaardes.
insert PAS 2.0 door minister V. Ceerman