8 op de 10 mensen die deels arbeidsongeschikt zijn hebben moeite met het vinden van een baan. Ze worden geacht te werken en willen dat vaak ook, maar werkgevers willen liever van ze af of ze niet aannemen. En dat zorgt voor veel stress en geldproblemen.
Je maatmaninkomen is volledig afhankelijk van het loon wat je verdiende toen je nog niet ziek/arbeidsongeschikt was. Heeft niets met opleidingsniveau te maken*
Bij een WIA-beoordeling gaat het UWV kijken hoe veel geld je nog zou kunnen verdienen, en dat vergelijken met je maatmaninkomen.
Voorbeeld: Persoon A verdiende, voordat hij ziek werd, 6000 EUR per maand. Persoon B verdiende, voordat hij ziek werd, 2000 EUR per maand.
Beide personen hebben dezelfde klachten. Ze kunnen, bijvoorbeeld, beide nog 1500 EUR per maand verdienen, aldus het UWV. Persoon A is nu 75% arbeidsongeschikt, omdat hij 75% inkomensdaling heeft. Persoon B is echter maar 25% arbeidsongeschikt, omdat hij slechts 25% minder kan verdienen.
Persoon A krijgt een WIA-uiterking. Persoon B niet (want inkomensdaling moet minimaal 35% zijn).
*Bij de berekening van het UWV op ‘hoe veel kan deze persoon nog verdienen’ worden functies bepaald die medisch gezien nog kunnen. Een persoon met een hogere opleiding zal mogelijk meer functies in dit lijstje krijgen dan iemand met een lagere opleiding. Dit is het enige moment waarop opleidingsniveau relevant is.